De uitreiking van de Golden Globes op 7 januari werd aangekondigd als de strijd tussen Barbie en Oppenheimer, twee films die de bioscoopkassa’s zo hard lieten rinkelen dat de media een ‘Barbenheimer’ hype creëerde. Er staat zelfs een ‘Barbenheimer’ trailer op You Tube.
‘Zero would be nice’, zegt generaal Groves, een rol van Matt Damon, in de film Oppenheimer. De generaal heeft net gehoord dat er een kans is dat de atmosfeer in brand vliegt bij het testen van de atoombom, met als gevolg dat de aarde vernietigd zou worden. Oppenheimer probeert de generaal gerust te stellen door te zeggen dat die kans ‘almost zero’ is, waarop de generaal onderkoeld zegt: ‘Zero would be nice’.
Het werd ook bijna ‘zero’ Golden Globes’ voor Barbie. Ze viel buiten de prijzen in alle belangrijke categorieën en kreeg de ‘troostprijs’ voor best presterende prijs aan de kassa. Dus je kunt ook zeggen dat Barbie de hoofdprijs had. ‘I cried all the way to the bank,’ hoor ik haar zeggen.
Oppenheimer ontving vijf Golden Globe: beste film, beste regie, beste mannelijke hoofdrol, beste mannelijke bijrol en beste originele filmmuziek. Dat belooft wat voor de Oscars in maart.
Ik vergelijk de films met de woorden van generaal Groves in gedachten. Welke filmmaker nam nu meer risico en zette meer op het spel? Oppenheimer gaat over ‘de vader van de atoombom’, een explosief onderwerp dat de wereldgeschiedenis voorgoed heeft veranderd.
Er is visueel spektakel, maar naar mijn mening mist het script dat spektakel. Er zijn veel scenes met pratende hoofden en dan is drie uur best lang. En wat niet hielp: ik kende de afloop al van mijn geschiedenislessen op de middelbare school.
Barbie gaat over Barbie (en Ken), een minder explosief onderwerp. De pop met het lange blonde haar zag in 1959 het levenslicht en hoewel haar uiterlijk en kleding met de tijd meegingen, blijft ze vooral een klassieker waar veel jongeren herinneringen aan hebben.
Maar regisseur Greta Gerwig en ‘leading actress’ Margot Robbie lanceerden Barbie naar deze tijd en maakten een film waarover Herien Wensink, de chef van de kunstredactie van De Volkskrant, schreef: “Het koppelt een kitscherige meisjesfantasie op een bizarre manier aan een feministisch pamflet”.
Greta, Margot en speelgoedfabrikant Mattel staken hun nek uit, namen risico en schreven filmgeschiedenis met een opbrengst van 1 miljard dollar in de eerste 3 weken in de bioscoop.
Nu is Oppenheimer ook een blockbuster van jewelste, dus wie ben ik om kritiek te hebben, maar het komt door het zinnetje ‘Zero would be nice’.
Ik hoor dat vaak tussen de regels door als een opdrachtgever me uitnodigt om over een corporate video te praten. ‘We zijn een serieus bedrijf, we houden natuurlijk van humor, want wie niet, ha-ha-ha, maar niet ten koste van de boodschap, en o ja, de CEO wil graag en lang in beeld.’
In mijn antwoord zeg ik dan tussen de regels door: ‘Risk zero, Get zero’.
Je wilt je als organisatie onderscheiden; in geuren en kleuren laten zien dat je leuker en beter bent dan je concurrenten. Je wilt, nee, je moet je nek uitsteken en risico durven nemen om succes te oogsten.
Als je CEO voor fris en fruitig kan doorgaan, dan graag lang in beeld. Maar niemand zit te wachten op het netste jongetje of meisje van de klas, want dat zijn muurbloempjes. Saai behang. Die laten geen harten sneller kloppen. Die verleiden geen klanten of consumenten. Die zijn geboren in sepia kleuren en allang op weg naar de vergetelheid. Risk zero, get zero.
Maak van 2024 het jaar waarin je risico durft te nemen, maak een video waar mensen over praten en die ze doorsturen naar anderen. Ga voor de ‘talk of the town’ awards. Misschien win je er geen filmprijs mee, maar wel het hart van je klant of consument. En dan kun je net als Barbie zeggen: ‘I cried all the way to the bank.’
Durf je hierover met me te brainstormen? Mail me dan rechtstreeks henkjan@broadcastyourbusiness.nl